chronisch vermoeidheidssyndroom

Inhoud

*Inleiding
*Psychosociale aspecten
*Oorzaken
*Factoren die CVS in stand houden
*Diagnose
*Behandeling
*Preventie
*Besluit
Inleiding

Jongeren hebben steeds meer last van langdurige vermoeidheid. Het heeft effect op hun schoolresultaten, lichamelijke activiteiten en sociale activiteiten. Er is dus een ernstig risico voor de verdere ontwikkeling als de klachten en beperkingen langdurig zijn.

Wanneer er sprake is van ernstige vermoeidheid, die met rust niet overgaat, in combinatie met klachten die je ernstig beperken in het dagelijks functioneren, die minstens zes maanden bestaan en waar er geen lichamelijke of psychiatrische verklaring voor is, dan spreekt men van een chronisch-vermoeidheidssyndroom (CVS)

Het is moeilijk om een onderscheid te maken tussen de symptomen van psychiatrische stoornissen zoals depressie, schizofrenie, drugs-en alcoholverslaving, eetstoornis en posttraumatische stress stoornis. Het kan ook verward worden met schoolweigering, schoolfobie, sociale angst of faalangst.

1. Psychosociale aspecten
Als de jongere niet weet aan welke ziekte hij juist lijdt, heeft hij het gevoel dat hij geen bodem onder de voeten heeft en bij heel wat jongeren wordt dat gegeneraliseerd naar een gevoel van geen vat te hebben op het totale leven.
Er worden vaak heel wat aanpassingen gedaan binnen het gezin. Zo kan het zijn dat de moeder haar werk opgeeft om de jongere overdag te kunnen activeren of vervoeren, op die manier zorgt de moeder er voor dat de jongere toch niet helemaal afgezonderd en passief wordt.

2. Oorzaken
Mogelijks zijn er lichamelijke factoren die de klachten doen ontstaan. Zo zijn er veel jongeren die vermoeidheidsklachten krijgen nadat ze een infectieziekte gekregen hebben. Er is echter geen sluitend bewijs dat er nog steeds een infectie aanwezig is op het moment dat de jongeren CVS hebben.

Er zijn aanwijzingen dat persoonskenmerken als hoge mate van over-controle en emotionele instabiliteit een risico kunnen zijn om CVS te ontwikkelen.

3. Factoren die CVS in stand houden
CVS wordt door artsen nog weinig onderkend. Het is voor de ouders moeilijk en daardoor gaan ze opzoek naar ‘een dokter die hen wel verstaat’ waardoor ze naar diverse specialisten trekken. De gedachte dat het om een lichamelijke oorzaak draait wordt dus versterkt.

Doordat ze geen juiste diagnose krijgen, hebben ze het gevoel dat ze er geen invloed op hebben. Sommige jongeren denken positiever en hebben het gevoel dat ze er voor kunnen zorgen dat de beperkingen niet groter worden.

Doordat de jongere zich rustiger houd en zijn activiteiten zal doen minderen in aantal, maar de vermoeidheid toch niet overgaat, is de jongere steeds sneller vermoeid als hij toch actief is. Aangezien hij ‘gestraft’ wordt door inspanning en te doen wordt de jongere ontmoedigt om nog actief te blijven.
De meeste ouders proberen hun kind actief te houden, maar ze moeten iedere keer een stapje terug doen. Ook de dokter schrijft hen rust voor, waardoor de ouders ook van mening worden dat rust de beste manier is om met de klachten om te gaan.

De omgeving is slechts beperkt geïnformeerd over CVS. Als leeftijdsgenoten er schamper overdoen, gaan sommige patiënten hun klachten geheimhouden of zich terugtrekken uit de sociale contacten wat sociaal isolement met zich meebrengt.

4. Diagnose
De jongeren hebben vooral last van vermoeidheid, deze klacht moet minstens zes maanden duren en er moeten beperkingen in het dagelijkse leven aan gekoppeld zijn.

Er is een medische anamnese en diagnostiek nodig. Als dat gebeurd is kan er een psychodiagnostiek plaatsvinden. Er is een psychosociale ontwikkelingsanamnese, een analyse van het klachtenbeloop en het huidige klacht-gerelateerde gedrag.

Het is belangrijk dat lichamelijke oorzaken en psychiatrische stoornissen uitgesloten worden.
Er moet voorkomen worden dat de patiënt onnodig onderzocht wordt.
Ook psychiatrische stoornissen worden uitgesloten, dit gebeurt met een differentiaaldiagnose.

Er is een inventaris nodig van de aard en de mate van de beperkingen. Alle dagelijkse activiteiten worden op een rijtje gezet worden.
Wanneer er geen of maar zeer weinig schoolverzuim is zouden ze kunnen stellen dat de jongere geen CVS heeft. Maar wanneer er buiten school geen of nauwelijks activiteiten zijn, kan men toch best de diagnose CVS stellen.
Wanneer de jongere niet naar school gaat, maar wel veel buitenschoolse activiteiten heeft, spreekt men eerder van een gedragsprobleem binnen de relatie ouder-kind. Dit is duidelijk geen CVS.

5. Behandeling
Voor jongeren zijn er nog geen behandelingen. Wel is er al een cognitief gedragstherapeutisch protocol ontwikkeld voor jongeren. Zo leert de jongere zijn klachten zelf leren beïnvloeden en zo weer gezond worden. Dat gebeurt in zes stappen:
*Informatie geven over uitgangspunten en doel van behandeling.
*Opsporen van niet-helpende gedachten en leren hanteren van helpende gedachten.
*Basisniveau van activiteiten, opbouw en afwisseling van lichamelijke en mentale activiteiten.
*Schoolhervatting.
*Integratie en vertrouwen ontwikkelen.
*Participatie van de ouders in de behandeling.

Er loopt nu gecontroleerd onderzoek om de effectiviteit van de behandeling te onderzoeken.
De klinische ervaringen laten blijken dat de meeste jongeren minder klachten hebben over moeheid en dat hun lichamelijke, mentale en sociale activiteiten toenemen.
Het motiveren van de ouders is vaak nog moeilijk, omdat ze blijven fixeren op lichamelijke oorzaken en bij gevolg niet geloven in de behandeling.

6. Preventie
Er is nog geen onderzoek gedaan naar de preventie van CVS bij jongeren, belangrijk is wel dat de artsen de eerste zes maanden geen diagnose van CVS stellen. Er is dan nog een te grote kans op spontaan herstel.
Na zes maanden is het wel belangrijk om snel de diagnose te stellen zodat er niet veel nodeloze medische bezoeken nodig zijn.

7. Besluit
CVS kan ernstige beperkingen teweeg brengen bij de jongeren. Het is door hun lichamelijke, mentale en sociale beperkingen bijna onmogelijk om zich leeftijdsadequaat verder te ontwikkelen. Er is een belangrijk verschil tussen de factoren die CVS veroorzaken en die CVS in stand kunnen houden.
Er is een behandeling mogelijk via cognitieve gedragstherapie, zo kan de jongere zijn klachten zelf proberen te beïnvloeden.